Mijn Droommuseum

Hoe mijn ideale museum eruit ziet? Ik weet in ieder geval wel hoe het er niet uitziet. Het is van de buitenkant niet al te opzichtig en te spraakmakend, zo staat het niet ergens midden in de stad in het water de omgeving te ontsieren, het is niet een gebouw dat afleidt van de kunst die er te zien is, er is geen huisfilosoof met een zwaar brilmontuur aan mijn ideale museum verbonden en de suppoosten dragen ook geen hippe sjerpen waar hun naam aandachtig met de hand op is geborduurd door oude dienstbare nonnen en de directeur van mijn museum is niet per se een man, en al helemaal niet een kunsthistorisch geschoolde intellectueel die mij tracht te overtuigen van zijn eigen bijzondere visie op kunst en maatschappij en die het inrichten van tentoonstellingen zelf als een kunstzinnige handeling beschouwt en er worden ook geen thematentoonstellingen georganiseerd, hoe goed de achterliggende concepten ook mogen zijn, er wordt zeker niet aan grensoverschrijding en ontschotting gedaan door exposities samen te stellen over de esthetica van de gehaakte beddensprei, het gevangeniswezen of de tuinverlichting na 1945 en mijn droommuseum is voorts geen laboratorium, geen videotheek, geen evenement, geen educatieve instelling, geen economisch belevenismoment, geen dependance van de internationale kunsthandel en in het restaurant zijn geen rucolafocaccia’s met Siciliaanse pomodorimortadella, gemarineerde rode ui en balsamico’dressing’ te bestellen en die kosten ook geen 9.50 Euro en de ingang van het museum ligt niet verscholen in een wirwar van trappen en beton...


Neen, mijn ideale museum is gemakkelijk toegankelijk en de entreeprijs is laag. Het heeft een transparante en functionele architectuur, een overzichtelijke plattegrond en de collectie van beelden en schilderijen wordt er eenvoudig doch smaakvol gepresenteerd. De ruimtes zijn open, de wanden licht gesausd en de telkens wisselende belichting door het invallend daglicht verhoogt de levendigheid van de kunstwerken. Er is voldoende zitgelegenheid voor de bezoeker om rustig voor het kunstwerk te gaan zitten en het op zich in te laten werken. De zaalwachters zijn uiterst vriendelijk en behulpzaam. Er is relevante achtergrondinformatie aanwezig over de kunstwerken en kunstenaars, maar niet op zodanige wijze dat die afleidt van de kunstwerken. De nadruk ligt op de esthetische ervaring en het beeldende kijken. Als ik uit mijn gedroomde museum weer in de wereld stap heb ik iets meegemaakt, ben ik een moment opgetild uit de sfeer van de alledaagsheid en voel ik mij energiek en geïnspireerd. Even ben ik verzoend met de wereld, de mensheid en de doorgaans zo bittere beperkingen van het bestaan en ervaar ik iets van de bezieling en de gedrevenheid die de kunstenaars moeten hebben gehad bij het maken van hun werk. Dan maakt het niet uit of ik in Spanbroek, Den Haag, Jabbeke, Poznan, Parijs of Alicante sta. Dan doet het er niet toe of het museum groot of klein is, dan kan het niet schelen of de collectie nu bestaat uit een overzicht van beroemde kunstenaars door de eeuwen heen of juist plaatselijk bekende kunstenaars toont of zelfs geheel gewijd is aan het oeuvre van één kunstenaar.


Waarom overdrijft men de discussie over de toekomst van het museum zo? Musea moeten geen richting willen geven aan de ontwikkeling van de kunst. Dat doen de kunstenaars zelf wel en blijkens de vele kunstenaarsinitiatieven vinden ze ook wel een manier om hun experimenten te presenteren. In eigentijdse galeries en alternatieve expositieruimtes worden hedendaagse kunstuitingen getoond. Musea hebben daarentegen een andere positie. Ze doen er goed aan enige afstand te houden ten opzichte van de actuele kunstpraktijk en zich in hoofdzaak te richten op datgene wat zijn waarde al min of meer bewezen heeft. Een afzonderlijk museum of aparte behuizing kan dan onderdak geven aan de nieuwe media.
Eén ideaal museum is er niet. Er zijn op tal van plekken veel leuke en verrassende musea met een onverwacht en soms onbekend aanbod. Daar hoeven we niet van te dromen, we kunnen er gewoon naar toe.

Paul Dikker

Uit: Boekman nr. 61